Statuten van Stichting Tennispark De IJpelaar

NAAM EN OPRICHTINGSDATUM

Artikel 1

  1. De stichting draagt de naam: "Stichting Tennispark De IJpelaar". Zij is gevestigd te Breda.
  2. De stichting is op 28 september 2007 opgericht voor onbepaalde tijd. 

DOEL 

Artikel 2.  

  1. De stichting heeft ten doel: het verwerven, exploiteren, onderhouden en het geheel en/of gedeeltelijk ter beschikking stellen van een sportaccommodatie aan belangstellenden, zoals verenigingen (met name, doch niet exclusief, aan de Tennisvereniging De IJpelaar, hierna te noemen: de Vereniging), bedrijven, groepen en individuele sporters. De ter beschikking te stellen sportaccommodatie omvat negen tennisbanen, een minibaan, een oefenhok, het gelegenheid bieden tot het volgen van tennislessen, het aanbieden van sporttechnische en -tactische informatie en andere relevante knowhow en het aanbieden van overige diensten ter bevordering van de lichamelijke gesteldheid, het propageren van de sportbeoefening in het algemeen en de tennissport in het bijzonder alsmede het ondersteunen van alle activiteiten welke dienstbaar kunnen zijn aan dit doel, een en ander in de meest ruime zin van het woord.
  2. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door: 
    1. het aanbieden en in goede staat van onderhoud houden van tennisbanen en overige sportvoorzieningen;
    2. het aanbieden en organiseren van trainingen;
    3. het adviseren van de Vereniging;
    4. alle overige activiteiten die het hiervoor omschreven doel kunnen dienen.
  3. De stichting heeft geen winstoogmerk en tracht door het beleggen en reserveren van ontvangen geldmiddelen toekomstige vervangingsinvesteringen te financieren. 

VERMOGEN 

Artikel 3

  1. Het vermogen van de stichting wordt gevormd door: 
    1. baten uit de activiteiten en diensten van de stichting;
    2. subsidies;
    3. donaties, erfrechtelijke verkrijging en schenkingen;
    4. sponsorgelden;
    5. alle andere door de stichting op wettige wijze verkregen baten.
  2. Nalatenschappen worden door de stichting slechts aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving. 

BESTUUR (samenstelling en benoeming)

Artikel 4

  1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een oneven aantal van tenminste drie en maximaal zeven leden, waaronder een voorzitter, een secretaris en een penningmeester. Het aantal leden wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door het bestuur met algemene stemmen vastgesteld.
  2. De bestuursleden dienen allen lid te zijn van de Vereniging en minimaal de leeftijd van éénentwintig jaar te hebben bereikt.
  3. De bestuursleden worden benoemd door de algemene dan wel de buitengewone ledenvergadering (hierna te noemen: Ledenvergadering) van de Vereniging. Zij mogen ten tijde van hun benoeming geen zitting hebben in het bestuur van de Vereniging. Zij mogen wel zitting hebben in de diverse commissies van de Vereniging. Het zittende bestuur van de stichting dan wel de Ledenvergadering (zulks alsdan op voordracht door tenminste tien leden) van de Vereniging zijn bevoegd bestuurders ter benoeming voor te dragen.
  4. Het bestuur voorziet onderling in de verdeling van de bestuursfuncties, met dien verstande dat de voorzitter, secretaris en penningmeester van de stichting door de Ledenvergadering van de Vereniging worden benoemd, eventueel, doch niet dwingend, op daartoe strekkende voordracht door de stichting.
  5. Een bestuurslid wordt benoemd voor een periode van maximaal drie jaar. Teneinde te voorkomen dat de voorzitter, secretaris en penningmeester volgens voornoemde bepaling gelijktijdig hun zetel vacant dienen te stellen, wordt voor de eerste keer ten aanzien van hen de eerste ambtstermijn gesteld op: - voor de voorzitter: zes jaar; - voor de secretaris: vijf jaar; - voor de penningmeester: vier jaar; behoudens ieders bevoegdheid de functie eerder vacant te stellen.
  6. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op, met inachtneming van het bepaalde in het vorige lid. Een volgens het rooster aftredend bestuurslid is terstond herbenoembaar.
  7. Na het ontstaan van een vacature zal het bestuur daarin zo spoedig mogelijk voorzien. Bij verschil van mening tussen de overblijvende bestuursleden omtrent de benoeming, alsmede wanneer te eniger tijd alle bestuursleden mochten komen te ontbreken en voorts indien de overgebleven bestuursleden zouden nalaten binnen redelijke termijn in de vacature(s) te voorzien, zal die voorziening geschieden door de rechtbank op verzoek van iedere belanghebbende of op vordering van het Openbaar Ministerie.
  8. Indien het aantal bestuursleden gedaald is beneden het statutaire minimum als bedoeld in lid 1 van dit artikel, blijft het bestuur niettemin bevoegd geldige besluiten te nemen, met inachtneming van het bepaalde in lid 7 van dit artikel. 

BESTUURSBEVOEGDHEID

Artikel 5

  1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting.
  2. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen.
  3. Het bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt, tenzij daartoe besloten is met een meerderheid van drie/vierde der stemmen in een vergadering waarin alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Deze beperking van de bevoegdheid kan slechts door de stichting worden ingeroepen.
  4. Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld niet alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zal, niet eerder dan een week en niet later dan vier weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over het desbetreffende onderwerp kan worden besloten met een meerderheid van drie/vierde der stemmen, mits ter vergadering tenminste de helft van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is.
  5. Het bestuur is bevoegd zich op kosten van de stichting door adviseurs te laten bijstaan. 

VERTEGENWOORDIGING

Artikel 6

  1. De stichting wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Naast het bestuur zijn hetzij de voorzitter en de secretaris, hetzij de voorzitter en de penningmeester, hetzij de secretaris en de penningmeester bevoegd de stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen.
  2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van een volmacht aan één of meer bestuursleden alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. 

BESTUURSVERGADERINGEN EN BESTUURSBESLUITEN

Artikel 7.

  1. De bestuursvergaderingen worden gehouden in de gemeente waar de stichting haar zetel heeft; met instemming van alle bestuursleden kan een vergadering ook elders worden gehouden.
  2. Ieder half jaar wordt tenminste één vergadering gehouden.
  3. Vergaderingen zullen voorts steeds worden gehouden wanneer de voorzitter of tenminste twee andere leden van het bestuur dit wenselijk achten; zij zijn alsdan bevoegd tot het bijeenroepen van het bestuur.
  4. De oproeping tot de vergadering geschiedt door of namens de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven.
  5. De oproepingsbrieven vermelden, behalve de plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
  6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur en bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
  7. Van hetgeen besproken en besloten is in de vergaderingen worden notulen opgemaakt door de secretaris of door één der andere aanwezigen, door de voorzitter daartoe aangezocht. De notulen worden in de volgende vergadering door het bestuur vastgesteld en ten bewijze daarvan door de voorzitter en secretaris ondertekend.
  8.  
    1. Het bestuur kan ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen als de meerderheid van de in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. Besluiten kunnen slechts worden genomen met betrekking tot geagendeerde onderwerpen.
    2. Zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergadering niet in acht genomen.
    3. Een bestuurslid kan zich ter vergadering door een ander bestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering, voldoende volmacht. Een bestuurslid kan daarbij slechts voor één medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
    4. Indien in een vergadering als sub a. bedoeld het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, zal, niet eerder dan twee weken maar niet later dan vier weken na de eerste vergadering, een tweede vergadering worden gehouden waarin over de voor de eerste vergadering geagendeerde onderwerpen kan worden besloten ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuursleden.
  9. Het bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden hun stem schriftelijk vóór het voorstel hebben uitgebracht. Een dergelijk voorstel dient schriftelijk te worden gedaan. Van een aldus genomen besluit wordt, onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden, door de secretaris een relaas opgemaakt, dat na mede- ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
  10. Ieder bestuurslid heeft recht tot het uitbrengen van één stem. Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. Een lid mist stemrecht over zaken die dat lid persoonlijk betreffen en wordt terzake van een desbetreffend voorstel niet meegeteld ter vaststelling of aan de eis van het hiervoor in lid 8 letter a bepaalde (het quorum) is voldaan.
  11. Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit vóór de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes.
  12. Blanco en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Degenen die blanco of ongeldig hebben gestemd blijven meetellen voor het quorum.
  13. Een ter vergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel omtrent de uitslag der stemming is beslissend. Indien echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan wordt betwist, vindt een nieuwe stemming plaats wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk is geschied, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  14. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij staking van stemmen over personen wordt een tweede stemming gehouden. Heeft ook dan niemand de meerderheid verkregen, dan vindt herstemming plaats tussen die twee personen die de meeste stemmen hebben gekregen. Zo nodig vindt tussenstemming plaats, teneinde te bepalen tussen welke twee personen herstemming zal plaatsvinden. Bij staking van stemmen over personen na herstemming beslist het lot.

EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP; SCHORSING

Artikel 8.

  1. Het bestuurslidmaatschap eindigt: - door overlijden van een bestuurslid; - door verstrijken van de duur van de benoeming; - door aftreden volgens rooster; - door verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; - bij schriftelijke ontslagneming (bedanken); - door ontslag op grond van artikel 2:298 van het Burgerlijk Wetboek.
  2. Een bestuurder kan voorts worden ontslagen door een besluit van de overige bestuursleden. Indien slechts twee bestuursleden in functie zijn, kan een dergelijk besluit niet worden genomen. Indien drie bestuursleden in functie zijn, dient het besluit met algemene stemmen van de overige bestuursleden te worden aangenomen. Zijn meer dan drie bestuursleden in functie, dan behoeft het besluit een meerderheid van twee/derde van de uitgebrachte stemmen van de overige bestuursleden. Het betrokken bestuurslid wordt vooraf in de gelegenheid gesteld over het voorgenomen besluit te worden gehoord.
  3. Een bestuurslid kan worden geschorst bij besluit van het bestuur. Het besluit kan slechts worden genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. De schorsing die niet binnen dertig dagen is gevolgd door ontslag, vervalt na verloop van die termijn.

BOEKJAAR EN JAARSTUKKEN

Artikel 9.

  1. De financiën van de stichting worden beheerd door de penningmeester, die zich kan laten bijstaan door een Commissie Financiën. Deze Commissie bestaat uit maximaal drie leden, die ieder achttien jaar of ouder dienen te zijn en die lid dienen te zijn van de Vereniging. Van deze Commissie is de penningmeester van de stichting de voorzitter, en worden de leden voorgedragen door de stichting en/of de Vereniging (alsdan op voordracht van minimaal drie leden van de Vereniging) en worden zij benoemd door de Ledenvergadering van de Vereniging, met dien verstande dat zij voor maximaal drie jaar worden benoemd en aansluitend niet herkiesbaar zijn als lid van de Commissie Financiën. Het bestuur van de stichting is lopende het boekjaar van de stichting bevoegd tijdelijk in een vacature te voorzien, mits de benoeming van het daartoe voorgedragen lid direct kenbaar wordt gemaakt aan de Vereniging door opname van een artikel in de Nieuwsbrief of anderszins, en uiterlijk in de eerstkomende reguliere Ledenvergadering van de Vereniging wordt bekrachtigd. De leden van de Vereniging hebben het recht terzake een Ledenvergadering bijeen te roepen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in de statuten van de Vereniging.
  2. Het boekjaar van de stichting valt samen met het kalenderjaar.
  3. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van al haar handelingen aantekening te houden op zodanige wijze dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend.
  4. Het bestuur van de Vereniging alsmede de binnen de Vereniging bestaande Kascommissie heeft te allen tijde inzage in de boeken van de stichting. Op eerste daartoe strekkend verzoek verkrijgt het bestuur van de Vereniging naast inzage ook alle medewerking van het bestuur van de stichting en de Commissie Financiën met betrekking tot deze inzage. Het bestuur van de Vereniging is bevoegd de boeken, ook periodiek, aan een onderzoek door derden, waaronder mede wordt verstaan een gecertificeerd accountant, te laten onderwerpen.
  5. Jaarlijks, in de reguliere Ledenvergadering van de Vereniging, geeft de penningmeester van de stichting tekst en uitleg over de financiële situatie van de stichting en geeft hij inzage in de begroting voor het lopende en/of komende seizoen. 
  6. Het dagelijks bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een balans en een winst- en verliesrekening van de stichting op te maken, alsmede een begroting voor het komende boekjaar
  7. De jaarstukken als in het vorige lid bedoeld worden door het bestuur vastgesteld en ten bewijze daarvan door alle bestuursleden ondertekend. Indien een handtekening ontbreekt, wordt de reden daarvan op het desbetreffende stuk vermeld. Het bestuur is bevoegd van de jaarstukken een accountantsrapport te doen opmaken.
  8. De vaststelling déchargeert de penningmeester, behalve voor hetgeen niet uit de boeken blijkt.
  9. Het bestuur is verplicht de in de vorige leden bedoelde bescheiden zeven jaren lang te bewaren. 

REGLEMENT

Artikel 10.

  1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.
  2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
  3. Het bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of in te trekken.
  4. Voor besluiten tot vaststelling, wijziging of intrekking van het reglement is een meerderheid van twee/derde vereist. 

STATUTENWIJZIGING

Artikel 11.

  1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Het besluit daartoe kan slechts worden genomen met een meerderheid van drie/vierde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het bestuur enige vacature bestaat.
  2. Indien in een vergadering als in het vorige lid bedoeld het vereiste aantal bestuursleden niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan na twee weken maar uiterlijk binnen vier weken na de eerste vergadering een tweede vergadering worden gehouden, waarin over het desbetreffende onderwerp met drie/vierde van de stemmen kan worden besloten mits ter vergadering tenminste de helft van de bestuursleden als in lid 1 bedoeld, aanwezig of vertegenwoordigd is.
  3. Het besluit tot statutenwijziging treedt eerst in werking nadat het bestuur van de Vereniging haar goedkeuring daaraan heeft gegeven. Een dergelijk besluit dient aan de Vereniging kenbaar te worden gemaakt door opname van een artikel in de Nieuwsbrief of anderszins, en uiterlijk in de eerstkomende reguliere Ledenvergadering van de Vereniging te worden bekrachtigd. De leden van de Vereniging hebben het recht terzake een Ledenvergadering bijeen te roepen, een en ander overeenkomstig het bepaalde in de statuten van de Vereniging.
  4. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen.
  5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van wijziging, alsmede zo nodig de doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het openbaar stichtingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel, waaronder de stichting ressorteert. 

ONTBINDING EN VEREFFENING

Artikel 12.

  1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 11 leden 1, 2 en 3 van overeenkomstige toepassing.
  2. De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar vermogen nodig is.
  3. De vereffening geschiedt door het bestuur; het bestuur is echter bevoegd één of meer vereffenaars te benoemen.
  4. De vereffenaars dragen er zorg voor, dat de ontbinding van de stichting wordt ingeschreven in het stichtingenregister.
  5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten en het eventuele reglement van kracht.
  6. Een eventueel aanwezig batig saldo zal worden uitgekeerd aan de Vereniging. Bij ontbreken van deze Vereniging zal een eventueel batig saldo worden aangewend ter bevordering van de beoefening van de tennissport in de gemeente Breda.
  7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken gedurende dertig jaren berusten onder de jongste vereffenaar. 

SLOTBEPALINGEN 

Artikel 13.

In alle gevallen waarin noch de wet noch deze statuten voorzien, beslist het bestuur. 

Artikel 14. 

Indien op enig moment de belastingdienst, zonodig tot in hoogste instantie, enige of meerdere bepalingen uit deze statuten niet accepteert, dan wel niet in overeenstemming acht met de zelfstandigheid van de stichting en het zelfstandig ter beschikking stellen van de sportaccommodatie wordt alsdan met terugwerkende kracht de bestreden bepaling(en) geacht vanaf het aanvangstijdstip deel te hebben uitgemaakt van deze statuten, zonder dat daartoe enige medewerking of goedkeuring van de Vereniging benodigd is, en zal het bestuur van de stichting terstond de statuten dienovereenkomstig notarieel laten wijzigen en in overeenstemming brengen met de door de belastingdienst gewenst geachte bepaling(en). 

Reglementen en instructies Overzicht